Oorspronkelijk is dit stadsdeel een apart buurtje. Een aantal op zichzelf staande rechte straten, omgeven door boomgaarden en weilanden.
Het Rode Dorp, wellicht woonde er menig arbeider met socialistische sympathieën. De naamgeving doet immers vermoeden dat rood naar deze politieke kleur verwijst. Maar dat is niet het geval.
De huizen zijn aanvankelijk allemaal voorzien van rode dakpannen. Na diverse woning renovaties in de loop der decennia is een groot deel van die dakpannen vervangen door zwarte. 

De eerste bewoners in de  jaren dertig van de vorige eeuw waren ooit omringd door het groen van de kwekerijen.
Niet meer weg te denken uit het stadsbeeld is de Condens, de kantoorflat van de zuivelreus.
Het blauwe gebouw en de grote fabriekshal steken hoog boven de huizen uit.

De Tuinbouwstraat, Polderstraat, maar ook de Warmoezenierstraat, de Weistraat en de  Kwekerijstraat maken deel uit van het Rode Dorp. De omgeving Fruitstraten werd in de jaren vijftig uitgebreid. De Akkerstraat verbindt sinds die tijd de Fruitbuurt met de Spoorstraat.
De stad groeit in oostelijke richting, de boomgaarden verdwijnen en het land wordt opgehoogd.

De straten zijn zeker voor een vooroorlogse wijk ruim van opzet, de huizen hebben fraaie kajuiten. De woningen in de Perenstraat en omgeving hebben een zeer herkenbare (houten) bouwstijl.
Maar, wie was nu eigenlijk J.H. Knoop, naar wie de laatste straat in deze buurt is vernoemd? Hij was hovenier, werkte aan de Mariënburg op Achter de Hoven, kweekte aardappelen en schreef tuinboeken. Johann Hermann leefde overigens in de achttiende eeuw.